Er bevinden zich drie belangrijke zenuwen in de hand: de nervus medianus, nervus ulnaris en nervus radialis. Elke zenuw zorgt voor een ander deel van uw hand. Een kneuzing van de zenuw kan zorgen voor tintelingen, een verdoofd gevoel of uitval van de spieren in dat deel van de hand.
Iedere zenuw doorloopt een bepaalde (route) door het lichaam. Op deze route zijn er locaties waarbij de zenuw een grote kans heeft om geïrriteerd of beklemd te raken. De nervus ulnaris loopt door de cubitale tunnel, aan de binnenkant van de elleboog. Stoten van de elleboog kan een tinteling geven bij het “telefoonbotje”.
De nervus ulnaris loopt dan verder richting de hand, door spieren en langs pezen. Uiteindelijk gaat deze zenuw bij de pols door de tunnel van Guyon. Wielrenners hebben hier vaak last van. Ze oefenen continu druk uit op deze tunnel, omdat ze tijdens het fietsen op hun stuur steunen. Hierdoor raakt de nervus ulnaris beklemd bij de tunnel van Guyon. Dit geeft tintelingen in de ringvinger en pink.
De nervus medianus loopt in het midden van de elleboog en door een spier die de onderarm draait. Door overbelasting van deze spier (repetitieve bewegingen) kan er irritatie ontstaan bij de nervus medianus. Mensen die in een korte periode veel de onderarm hebben gedraaid (bijvoorbeeld met schroeven aandraaien), kunnen klachten krijgen van minder kracht of tintelingen in de hand.
Uiteindelijk gaat deze zenuw bij de pols door de carpale tunnel.
De nervus radialis loopt aan de buitenkant van de elleboog bij de strekspieren van de pols en vingers. Hier gaat deze zenuw door de radiale tunnel. Wanneer deze zenuw is bekneld of geïrriteerd heeft men last van pijn, tintelingen en een branderig gevoel van de duim, wijsvinger en middelvinger aan de bovenkant van de hand.